De reis van 2019 is gestart op zondag 10 februari in Bakel en de aankomst in Gambia, Banjul, was op zondag 3 maart 2019.

30 auto’s verdeelt over 6 groepen. Maar er moest ook een aantal keren in 1 groot konvooi gereden worden. Een enorme uitdaging met zo’n jonge groep studenten. Elke dag een nieuwe uitdaging en steeds nieuwe culturen. De start dwars door Europa, oversteken naar Marokko, over het Atlas gebergte, door de Sahara,  door het streng islamitische Mauritanië, de Sahel van Senegal en de grootse aankomst in Gambia.

De studenten hebben nog 7 weken stage, waarin ze op veel projecten in Senegal en Gambia actief helpen met het overbrengen van hun kennis aan studenten en het helpen van de bevolking. Op de pagina “Deelnemers 2019” staan alle teams, met meestal een link naar hun persoonlijke website, of facebook. Daarop zijn de activiteiten van de meeste teams verder te volgen.

Lees hieronder alle verslagen van deze bijzondere reis.

Verslag door:

Ellen Meulenveld

Ellen Meulenveld maakt de reis al voor de derde keer, samen met Jan Huizinga.

Ellen zet zich al jaren in voor Go for Africa en voor haar eigen project: Gamrupa. Tijdens de reis doet Ellen dagelijks verslag van de avonturen onderweg. Op deze pagina wordt de route van groep rood gevolgd met een verslag van Ellen.

Dag 22

3 maart 2019

De laatste dag. We hoeven pas om 10.00 uur te vertrekken. We zijn snel klaar voor vertrek. Sommige teams hebben wat meer moeite dus is het uiteindelijke vertrek om 10.30 uur. Precies op tijd, oordeelt Jan, dit is exact de tijd dat ik wilde wegrijden. Vannacht heb ik steeds nare dromen gehad maar kan niet aanwijzen wat er precies niet goed zou kunnen zijn. Het gaat voorspoedig tot de brug bij Kalagi. Daar zit een van de jongens te fotograferen en zegt tegen de bestuurder dat hij NU eens moet kijken zo mooi als het is. De bestuurder kijkt en ziet niet dat zijn voorganger op de rem moet. Er is een botsing. In eerste instantie lijkt er alleen materiele schade. De kapotte auto wordt op sleeptouw genomen en de bijrijder is in een andere auto is gestapt. Niet veel later klinkt er een bezorgd bericht. Of een verpleegkundige wil komen want de jongen wordt heel flauwtjes. De student wordt adequaat behandeld door Jan Kamminga en Jos Bevers en in het Bendula busje op bed gelegd. Het lijkt mee te vallen maar we gaan toch even naar een ziekenhuis in Bwiam. De Bendula bus en wij rijden het terrein op. De rest blijft buiten wachten. Hersenschudding constateert de arts. We geven hem een infuus met natrium en een met glucose dan zal het wel beter gaan. Ze willen hem wel ongeveer 3 uur ter observatie houden zodat ze zeker zijn dat er verder niks aan de hand is. Dan moeten de anderen in de volle zon wachten en dat geeft weer andere problemen dus besluit Jan we verder rijde en de teamleiders van de jongen moeten blijven. De rest kan verder rijden. Iedereen is bedrukt en stilletjes als we verder rijden. We kunnen doorrijden naar Tanji. Over de lange weg van Brikama naar Sanyang en dan langs de kust naar het noorden.

In Tanji worden we feestelijk onthaald door een grote menigte kinderen, volwassenen, vrienden, leraren en familieleden. De kinderen klimmen handig op de auto’s maar ze hebben geen enkel respect voor eigendommen van een ander. We laten het maar gebeuren. De fanfare blaast een stukje en de dansgroep heeft deze keer een koorddanser meegebracht. Het is feest voor iedereen. Gerrit (mijn man) is dolblij me weer te zien en we staan even te knuffelen. Het is fijn om weer in zijn grote berenarmen te verdwijnen en even te schuilen tegen de moeheid. We eten de lunch die we aangeboden krijgen door Go for Africa en ik drink een lekkere JulBrew. Er worden wat korte speeches gehouden en bij gekletst.

Even later komt ook de wagen met de patiënt aangereden. Het is een grote opluchting voor iedereen. Hij moet nog wel rusten en een paar dagen in een donkere kamer blijven maar dan zal het weer helemaal goed komen. We gaan de nieuwe compound van Jan bewonderen en ook de auto leegpakken want daar mag ik gelukkig de komende drie weken in blijven rijden van Jan. En zo zijn we aan het eind gekomen van een reis van ruim 7300 kilometer. We hebben bergen en dalen gezien en meegemaakt. Er zijn soms tranen gevloeid maar de lach heeft de boventoon gevoerd. En ja…. Ik zou het zo weer doen want het is een heerlijke onvergetelijke reis geweest.

Ik wens alle studenten een heel mooie en leerzame tijd toe die je als een van de mooiste gebeurtenissen in jullie geheugen gegrift zal zijn.

Jan, hartstikke bedankt dat ik mee mocht, als je weer een bijrijder nodig hebt houd ik me van harte aanbevolen, dan maken we er weer een totaal nieuw avontuur van.

En verder dank ik iedereen voor de hartelijkheid, de behulpzaamheid, het geduld en het vermogen te relativeren ook als het even wat minder ging.

Dag 21

2 maart 2019

Vanmorgen heb ik me echt verslapen. Ik word pas om 6.14 uur wakker als blijkt dat de wekker niet is afgegaan. Het gaat nu snel, om 6.25 uur zitten we in de auto. We zijn zeg is tegen Symen. We hadden toch niet weg gekund, zegt Symen, de Suzuki is kapot. Kapot? De Suzuki-gang wilde keren en de chauffeur heeft toen een boompje in het donker niet opgemerkt. De achterdeur is ontzet en het achterraam aan diggelen. Het is een ongeluk en dat zit in een klein hoekje.De chauffeur is echt van streek. De kapotte achterruit is verholpen met een stel vuilniszakken en de deur is nog dicht te doen. Het vertrek gaat voorspoedig. We nemen niet de grote weg maar gaan tussendoor richting Touba, de meest Islamitische stad van Senegal en een bedevaartsoord. We kopen onderweg brood en eten dat op onder een grote Baobab boom. Als we in Touba aankomen zegt Jan dat we even niet mogen roken want dat is verboden in deze stad. Er rijden mooi versierde ezel karretjes als taxi. Daarna is het een schitterende weg langs dorpen die niet op de kaart lijken te staan. Op enig moment houdt de weg er pardoes mee op. De weg is gewoon weg en gaat over in een piste. Het blijkt dat we zijn afgedwaald. Deze weg is ook mooi maar wel een heel eind om. Maar daardoor komen we wel op een prachtig nieuwe snelweg (tolweg) terecht die ons weer op het goede spoor brengt. Daarna is het komen we door Kaolack. De Mercedes kan niet volgen omdat er een vrachtwagen zomaar de straat op stak en nu alles vastgezet heeft. Even na de markt kunnen we even wachten op de Mercedes.

We rijden weer en komen door Nioro du Rip, waar we in vroegere jaren, de laatste nacht in Senegal doorbrachten. Nu zijn de wegen  veel beter en de brug over de Gambia rivier is klaar. We kunnen in een streep door naar Gambia. Groep oranje is ondertussen al in Gambia, maar de prijs als tol voor de brug is veel hoger. Het is toch goed, Alhagie had alleen de valuta CFA (het Senegalese geld) en Dalassi (Gambiaans) door elkaar had gehaald. De grens is een fluitje van een cent en kunnen we naar de brug over de Gambia rivier. Die is fantastisch! Hoog gaan we over de rivier en dan blijkt waarom vrachtwagens er nog niet overheen mogen. De toevoerwegen zijn nog niet klaar en de bochten zijn veel te strak voor grote vrachtwagens. De vrachtwagen van groep wit mag er uiteindelijk wel overheen. We moeten eigenlijk tanken, maar we kunnen nog wel tot aan het Tendaba camp komen dus geen nood, morgen moet er een oplossing gezocht worden. Alhagie is bereid om met lege jerrycans terug te rijden naar Soma, zegt hij. Hij vertrekt net na het eten en komt ruim twee uur later terug met volle. Een kanjer is het. Er is ’s avonds een feest aan het water met een mooie dansgroep en drums, maar Jan en ik gaan op tijd naar bed. Morgen in het grote konvooi van 30 auto’s half Gambia doorrijden. We drinken laatste restje wijn op van het open pak en gaan dan slapen. Morgen is de grote dag van aankomst dus het einde van deze waanzinnig mooie, avontuurlijke, leerzame en vooral saamhorige reis.

Dag 20

1 maart 2019

Gisteravond laat is het alarm van de Mercedes afgegaan en stormde Symen de kamer uit om te kijken wat er aan de hand was. Hij ziet nog net een paar mensen wegrennen maar kan niet zien wie het zijn. Wel vind hij een mooie krik die hij maar meeneemt naar de kamer. Hebben jullie wat gezien, vraagt hij aan Jan en mij. Nee wij hebben niks gezien. Vreemd vind hij maar gaat terug naar de kamer. Even later komen er twee jongens van een ander team bij hen aan de deur. Of zij toevallig een krik hebben gevonden. Nou, zegt Symen, toevallig wel ja, maar hoe komt hij daar? Dat weten de jongens niet. We gaan maar slapen. Ik ben mooi op tijd wakker en ga lekker ontbijten. We praten over het voorval van gisteravond. Jan komt even later ook en vindt dat we niet naar Lac Rose moeten gaan maar nog een extra rustdag nemen. Een begeleider van een andere groep fluistert me toe dat de jongens van de Mercedes wel even hun wielbouten moeten controleren want dat zij een geintje uit hadden willen halen omdat het ingraven van de Volvo gisteren wel erg ver ging en het vaak Louisito en Alec zijn die het moeten ontgelden. Zij hadden alle vier de banden eraf willen halen en die willen begraven. Ik moet er hartelijk om lachen en meld even later aan de jongens van de Mercedes dat zij hun wielbouten moeten controleren. Hoe ik dat weet? Na het ontbijt trek ik me tactisch terug in de auto om een poosje te schrijven. Als een van de jongens aan het raam iets wil vragen jaag ik hem weg. Kssstttt wegwezen! HIER wordt gewerkt. Ik schiet lekker op en al snel zit ik in mijn verhalen ver in de Sahara. Ik schrik me een hoedje als Jan vraagt of ik soms nog koffie wil. Ja heerlijk, dat gaat er altijd wel in. De rest van de dag verglijd in wat schrijven en de auto schoonmaken; Jan maakt de auto schoon en ruimt hem op terwijl ik schrijf. De wifi is veel te zwak om het te versturen maar het schrijven is klaar. Alec en Louisito zijn ’s middags bezig hun lesplan op papier te zetten en komen voor raad bij Jan. Alles bij elkaar een gezellige ontspannen dag. Het eten is weer heerlijk. Een koningsmaal. We moeten op tijd naar bed want morgen ochtend willen we om 6 uur vertrekken. Gelukkig hoeven morgen alleen de alledag koffertjes nog maar in de auto. Ik zet de wekker om 5 uur dan heb ik nog tijd om heet water te maken. Het is een hele reis naar de Gambiaanse grens maar aankomen in Gambia is wel de drijfveer.

Dag 19

28 februari 2019

Senegal, St. Louis, Zebrabar. Wat kan een mens toch geweldig slapen als hij echt moe is. Ik ben pas wakker tegen 8 uur. Ik douchewater wordt door de zon verwarmt, maar is ’s morgen wel afgekoeld. Geeft niet het is toch lekker. Duiten geniet ik een poosje van het uitzicht over het water van de prachtige lagune en de Atlantische oceaan . Rond 9 uur ga ik maar eens kijken of de jongens al wakker zijn en klaar om te gaan ontbijten. De Volvo van Alec en Louis zit tot op de grondplaat diep in het zand vast. Hoe dan? Bij het ontbijt is iedereen het erover eens dat dit een heerlijke plek is. Meteen achter ons huisje is het strand al. Symen en Igor komen met pretogen vertellen dat zij de Volvo van Louis en Alec hebben ingegraven maar helpen even later natuurlijk wel weer om hen vlot te trekken. Geintje moet kunnen en we lachen er allemaal om. Verschillende groepen gaan vandaag naar Lac Rose, bekend van de aankomst van de Paris – Dakar rally. Onder bepaalde lichtstand kleurt het meer zich prachtig roze door de vele zoutkristallen en dat is een prachtig gezicht. Wij besluiten om hier in Saint Louis te blijven en echt twee dagen pure rust te nemen. Wel gaan we de auto uitpakken en onze koffers weer fatsoeneren. Bij het achteruit rijden ziet Jan een boom over het hoofd (de jongens, die het zien gebeuren, komen niet meer bij van het lachen) maar verder gaan we helemaal niks doen. Maar ik wil wel de achterstallige verslagen schrijven en doorsturen. En nog wat met verschillende van onze jongens praten maar verder echt niks niemendal. Hm nou misschien dan toch nog even een klein wasje doen want anders moet ik een afzakbroek aan en dat is ook geen pretje, maar dat is dan ook echt alles. We sukkelen de dag door. Geen tijd om te schrijven want de een na de ander komt even buurten. Symen heeft aan de Mercedes zitten sleutelen en komt als een vogelverschrikkende landloper naar ons toe. Ik gier het uit van het lachen want hij ziet er echt niet uit. Dus snel een foto maken voor het verslag. Er worden verschillende opbouwende gesprekken gevoerd met de studenten waarmee ze aan de slag kunnen of verder kunnen met hun lesplan. De auto wordt wel half uitgeladen maar voor schoonmaken en weer inpakken zijn we te lamlendig. Echt een dag om niet over naar huis te hoeven schrijven.We eten een heerlijke bbq met onwijs lekker vlees, salades, tomaten en andere groentes. Ik eet weer een bord vol en geniet overal van.

Dag 18

27 februari 2019

Laatste dag Mauritanië. Het vertrek naar Senegal vanuit dit gesloten land met de toch wat neerslachtige sfeer is meer dan welkom. We gaan als groep Nouakchot uit. De rit door Nouakchot is op zich een belevenis. Van links en rechts proberen auto’s tussen onze auto’s te schieten maar na enige aarzeling hebben ook de andere rijders door hoe je dit meestal kan voorkomen. De stad uit rijden we door een groener wordend landschap. Dit is Sahel en er wordt met man en macht geprobeerd om te herplanten wat ook in veel gevallen zijn vruchten afwerpt. Na een vreselijke stuk weg komen we op de nieuwe weg. Dat gaat goed tot Louis een van zijn banden stuk rijdt in een groot gat. Iedereen wordt meteen actief, de broodplank van Louis moet eraan geloven en wordt gebruikt als steun voor de krik, en binnen no time is het wiel verwisseld. We rijden weer en gaan het natuurpark door. Een prachtige weg, vind ik, met heerlijke gravel wegen. Wasborden in de weg waardoor je aan het eind een kunstgebit nodig hebt of verstikt wordt door het stof. Jan en ik genieten van de natuur. We zien wilde zwijnen het gierstveld in verdwijnen en Ibissen parmantig langs de weg lopen. We komen bij de grens van het reservaat. We gaan weer door tot aan de grens van Senegal. Daar verzamelen we de paspoorten en kentekenbewijzen. Na een stief kwartiertje wachten en dan nog een half uurtje komen de paspoorten terug en mogen we de tolbrug over de Senegal rivier over. Daar begint het hele ritueel van paspoorten verzamelen opnieuw. Bamba is in Mauritanië achter gebleven en we hebben aanminnig afscheid genomen. Mijnheer Zargan neemt in Senegal de taken bij de douane over. Het gaat allemaal redelijk snel maar we moeten wel wachten op de twee achtervolgende groepen. In groep wit werkt de versnelling van het blauwe busje niet goed en in de andere groep wordt de Berlingo getrokken omdat zijn brandstofpomp kapot is. Maar zij hoeven maar 10 minuten te wachten aan de Mauritaanse kant en helemaal niet aan de Senegalese kant. Het is inmiddels 18.45 uur en dat is maar goed ook want om 19.00 uur gaat de grens dicht. Dan, weer onder begeleiding maar nu van de politie, in vol konvooi naar camping de Zebrabar in Saint Louis. Prachtig gezicht zo in het donker maar ook tergend langzaam. Uiteindelijk om 20.55 komen we op het weggetje dat naar de Zebrabar gaat. Er staat een man naast de weg te roepen en te zwaaien. Verderop is de weg overstroomd met water en daar kunnen we dus niet door. Het kampement is fijn. Thomas is Willem net voor met het claimen van de laatste kamer waardoor buurman en buurman vannacht in hun tent zullen slapen. Eerst wat drinken en ons melden, beslist Jan, daarna zien we wel weer. Morgen is een rustdag dus we hebben geen enkele haast. Ik neem een grote fles bier. Daar zit 0,63 ltr in. Ik zou ook niet meer moeten drinken want dan zou ik achteruit gaan lopen, zo moe ben ik. Eerst maar even eten. Niet erg veel later gaan we terug naar het huisje, drinken nog een wijntje op het terras, even lekker douchen en gaan dan slapen.

Het is een goede dag geweest waar we zonder al te veel kleerscheuren weer doorheen gerold zijn. Daar proosten we maar eens op. Morgen, echt een rustdag. Ik ga helemaal niks doen. Maar dan ook HELEMAAL niks.

Dag 17

26 februari 2019

De tent ontwaakt langzaam bij het gloren van de dag. De Mauritaniërs staan als eerste op. De Militairen die de wacht over ons gehouden hebben wisselen van wacht. Over het diner disterenavond heb ik een zeer onvoldaan gevoel overgehouden. Als enige vrouw in een kamer vol zichzelf volproppende mannen die de leiders zijn van deze gemeenschap had ik natuurlijk niks toe te voegen maar waarom werd dit hele toneelstuk op touw gezet? Het is een onbegrijpelijke gebeurtenis waarvan ik de betekenis misschien pas veel later zal begrijpen. We breken op na een ontbijt met koffie en brood en er komen met een aantal auto’s weer vast te staan. We zouden achter elkaar aan rijden maar er zijn nog een paar auto’s die moeten tanken en dat kan alleen een paar kilometer de andere kant op. Er zijn twee jongens die bij een pomp stoppen waarop benzine uit zou moeten komen maar het blijkt diesel te zijn geweest. De benzine tank moet dus leeg en dat is helemaal niet gemakkelijk. Johan Selten komt helpen. Dat gaat lang duren constateert hij. Jan geeft aan de rest van de auto’s door dat zij alvast moeten gaan rijden want wachten in de volle zon is verschrikkelijk. Om 13 uur kunnen we eindelijk vertrekken. We rijden nu met onze eigen groep minus de Volkswagen bus en hebben er lekker de vaart in. We stoppen op advies van Bamba bij een kamelendrijverstentje. Er liggen alle mogelijke gebruiksartikelen zoals een paar dekens, een kooktoestelletje, een theekannetje en dergelijke en buiten zelfs een kamelenzadel. Bamba verteld dat deze tentje gebruikt mogen worden door voorbijgangers als de kamelen eigenaar niet “thuis” is. We mogen de keukenspullen gebruiken maar moeten wel wat we verbruiken ook terug leggen of er iets voor in de plaats leggen. Hij heeft de thee klaar en we drinken het hete nat met kleine slokjes. We gaan weer door. Het is nu heuvelachtig maar de weg is goed. De militairen zijn ook weer terug dus gaat het bij politieposten super snel en hoeven we nauwelijks in te houden. Rond 19 uur komen we in Nouakchot aan.Iedere groep krijgt een eigen appartement. Ik heb Alieu Kanteh, een van de familieleden uit Sifoe gebeld. Hij woont en studeert hier in Nouakchot en dus wil ik hem graag even zien en spreken. Het is geweldig om hem na bijna drie jaar weer te zien, hij is volwassen geworden en is nu getrouwd en heeft zelfs al een kindje maar die zijn in Sifoe. We praten even maar er is weinig tijd. Jan en ik zijn vanavond uitgenodigd door de burgemeester van de stad. Het is het weer wachten, en wachten. Uiteindelijk vertrekken we om 23.30 uur. Ik ben eigenlijk veel te moe maar afspraak is afspraak dus laad ik mezelf weer op. Ook Jan ziet er moe uit maar hij verbijt zich en toont zijn vriendelijke gezicht. Eerst tanken, zegt hij, dan hoeven we dat morgenochtend niet te doen. Een van de groepen heeft panne. Een kapotte koppakking is het oordeel, Bamba belt een automonteur, die kan morgenochtend komen om het te repareren en dan kan die groep later na komen. Ook de Berlingo vertoond kuren, die zal gesleept worden. Waarschijnlijk een kapotte brandstofpomp of zoiets maar daar kan dan in Saint Louis naar gekeken worden. Bamba rijdt ons voor naar een of ander klein restaurantje langs de grote weg. Geen ontvangst bij een burgemeester denk ik. Dan blijkt dat een familielid van de burgemeester ziek is geworden en daarom is het diner gecanceld. Dan hadden we net zo goed een broodje kunnen maken vanavond en had ik al in bed gelegen. Het is heerlijk hoor, maar mijn trek is over en veel kan ik niet ervan op.

We praten nog wat en gaan dan terug naar het appartement waar Jan en ik nog even de dag doornemen en dan ook gaan slapen. Het is alweer 1.30 uur en morgen moeten we echt om 7 uur vertrekken want anders is het ondoenlijk om met zo’n grote groep de stad door te trekken. Nu ja, dat is kost voor morgen.

Dag 16

25 februari 2019

Mauretanië. Nouadibou is een stad in opbouw. De sliepen buiten de stad aan de baai die in open verbinding met de oceaan staat. Groep blauw gaat verder werken aan het repareren van de Galloper van Toon en Jan. We gaan naar de technische school die Go for Africa ondersteund met de donatie van lesmaterialen. Onze studenten vergapen zich aan de leermiddelen op de elektronica en koeltechniek afdeling. Jan legt uit dat deze school ook ondersteuning krijgt van de Wereldbank. Op deze school is 28% va de leerlingen vrouwelijk, wat ons verbaast. De nieuwe directeur heeft gestudeerd in Europa. Hij verteld dat hij gaat werken aan een nog betere opleiding en dat hij dankbaar is voor de nieuwe pc’s met moderne software programma’s die we meegebracht hebben.

We gaan daarna eten bij een restaurant en moeten dan in konvooi naar Boulinoir waar we met zijn allen in een bedoeïen tent zullen overnachten. We hebben ondertussen contact met de groepen over het 27mc bakje. Zij zijn onderweg maar verwachten de blauwe bus nog om de Berlingo, die het nu begeven heeft, te slepen. We worden overvallen door hordes vliegen die de auto niet meer uit willen. Er blijken kadavers langs de weg te liggen van een geit, kippen en een hond. Dat trekt natuurlijk wel vliegen aan, maar we kunnen na een kwartiertje weer vertrekken. De grote bedoeïenentent is ver het land ingezet en dus moeten we over een stukje zand ernaar toe. Een aantal auto’s komt direct vast te zitten. Sommigen durven het niet aan en ook groep blauw en wit blijven op veilige gronden staan. Dat splitst de groep in tweeën waardoor afspraken niet of nauwelijks overgebracht kunnen worden, maar dat gebeurt altijd in Mauritanië.  We gaan die avond met een deel van de groep naar de Mauritaanse “disco”. Er wordt naast de muziek verder nog niemand toegelaten waardoor wij met ongeveer 30 mensen in een lege zaal zitten. Jan en ik zitten in ons beste kloffie op de verhoging tentoongesteld. Ik heb een lange zijdeachtige lap stof om me gedrapeerd gekregen die mémé genoemd wordt en die behoorlijk warm is en Jan heeft zijn boeboe (haftan) aan. Er komen hoogwaardigheidsbekleders bij ons zitten maar verder begrijpen we er nog niks van. Dan blijkt dat uitgenodigd zijn voor een diner bij de burgemeester van Boulinnoir. We gaan er met de auto naar toe. Bij een mooi groot huis worden we afgezet en zegt de directeur van een natuurreservaat (ook iemand van de verhoging) bedek je want er zijn mannen. Ik sla een deel van de mémé over mijn hoofd en hij knikt goedkeurend. Ik moet erom lachen, nu moet ik dus mijn haar en deels mijn gezicht bedekken. Ok, ’s lands wijs ’s lands eer, denk ik en probeer er zo mooi mogelijk uit te zien. Er zitten in de kamer zeker 30 tot 50 mannen, allemaal mensen met status denk ik. Ze staren me aan want ik ben een vrouw!!! En dat in HUN midden. De directeur van het natuurpark legt me uit dat we nu wachten op het voedsel. Iemand geeft een seintje (denk ik) en dan is het AANVALLEN!!! Letterlijk aanvallen. Als hongerige dieren wordt het voedsel al dan niet op borden geschoven en naar binnen geschrokt. Ik krijg heerlijke dadels met room uit een blikje en probeer ervan te genieten. Het wordt een echte schranspartij. Dan beslist Jan dat het mooi is geweest en we gaan terug naar de zaal. De jongeren liggen half te slapen op de kussens langs de muur en als wij eenmaal binnen zijn mogen de andere mensen ook naar binnen. Na en half uurtje besluit Jan dat het genoeg is geweest en om 1.30 uur gaan we terug naar de tent. We zitten nog even wat na te praten voor de tent en dan is het ook onze bedtijd. We liggen allemaal door elkaar op de grond van de grote tent en dat heeft toch ook zo zijn charme.

Morgen afreizen naar Nouakchott, de hoofdstad van Mauritanië ook weer verder naar het zuiden. We gaan het zien.

Dag 15

24 februari 2019

Wat is er te vertellen over een dag van wachten, wachten en nog eens wachten.

Er is wat verwarring geweest over de tijd. De West Saharianen  hebben een manier gevonden om burgerlijk ongehoorzaam te zijn door hun tijd op Greenwich tijd te houden ipv de Europese tijd die nu officieel in Marokko gehanteerd wordt. Ik geniet daarvan. Groep wit gaat vooruit om met Bamba de vrachtwagen door de grens te loodsen. De grens formaliteiten blijken veranderd. Niet meer honderd en een verschillende loketten maar nog maar drie. Dat gaat snel en we komen in niemandsland. Het door de Polisario gedicteerde stuk land dat ooit vol mijnen werd gelegd als corridor tussen de Spaanse Sahara en Algerije en Mauritanië. We zoeken onze weg over de rotsen en uitgesleten vrijwel onbegaanbare offroad paden. We halen allemaal de poort naar het eerste portaal van de grens van Mauritanië. Dan moeten we naar een gebouw waar de vrouwen gescheiden van de mannen moeten wachten. Dit is natuurlijk vreemd voor ons maar, zeggen de beambten, dat is voor onze veiligheid. Vanaf nu worden we begluurd van alle kanten. 63 personen in de steeds groter wordende hitte. Jan besluit dat we per groep zullen gaan. Ondertussen moeten Jan en onze Mauritaanse gids Bamba telekns op komen draven. Het krijgen van een visum is niet zomaar iets. Hand en duimafdrukken maken, foto laten maken en paspoort inleveren. Alle gegevens worden gescreend in Nouachot en, als alles goed is bevonden, wordt er een print gemaakt en in je paspoort geplakt. Na uren blijken er twee jongens te zijn waar nog nader naar gekeken moet worden. Een wegens een tweede nationaliteit, de ander omdat zijn paspoort verloopt binnen 6 maanden. DAT kan en mag niet. Bamba wordt erbij geroepen en weet het toch voor elkaar te krijgen. Morgen het consulaat bellen om te bespreken wat er moet gebeuren om het bij volgende grenzen niet weer een onzekere factor te laten zijn.

Dan nog een stempel halen bij de politie, verzekeringspapieren uitdelen en dan kunnen we gaan. Onderweg naar Nouadibou krijgen we de adembenemende tot flinterdun uitgeschuurde rotsen te zien. Het is onbeschrijflijk mooi. Woest maar op de een of andere manier kunst. Paddenstoelen van rots, messcherpe papier dunne plakjes rots. Ons kampement blijkt te bestaan uit houten huizen die gebouwd zijn in de vorm van schepen. Prachtig allemaal alleen de afwerking  is abominabel.

Dan moeten de Oughya geteld worden die verplicht per auto gewisseld moeten worden. Daarna eten en ik ga naar bed. Het is mooi geweest voor vandaag. Morgen weer een dag.

Dag 14

23 februari 2019

We zijn al 2 weken op weg en vanaf morgen in Mauritanië. Vandaag moeten we de laatste rit richting die grens nog maken. Het was een korte nacht in Dahkla. Ik was blij dat er een echt toilet op de kamer is. We moeten vanmorgen eerst naar een bijeenkomst waar Jan een vriendschappelijk overeenkomst zal tekenen met een instituut dat zich bezig houdt met het  opleiden van naaisters van boubous (Marokaanse Kaftans) en andere heren kleding. Bamba komt precies op tijd aan en rijdt ons voor  naar het instituut.  We gaan naar binnen en komen in een vrijwel lege zaal waar allemaal stoelen opgesteld staan. De toespraakjes en handtekeningen zijn snel gedaan en nog een interview voor de tv. Dan een paar koekjes en wat blikjes drinken en weg zijn wij.

Gisteravond hebben de mannen van groep blauw urenlang gesleuteld aan de Galopper van Toon maar hem niet af gekregen zodat hij aan een sleepstang bengelt op weg naar hotel Barbas. In groep wit is Eddie naar huis moeten vliegen vanuit Dakhla wegens ziekte in de familie. En er zijn wat autopapieren zoek maar verder gaat de reis voorspoedig. Wij rijden vrij en blij de Sahara verder door. Jan bedenkt dat het prachtig zou zijn om even te pauzeren in de baai van Puerto Rico dat nagenoeg op de kreeftkeerkring ligt. Een schitterende plek stijl de berg af naar de kust. Ongelooflijk mooi uitzicht op de oceaan. Ik ga op zoek naar een paar mooie woestijnroosjes daar zullen mijn kleine meiskes vast blij mee zijn.

Buurman en buurman blijven boven en laten weten langzaam verder te rijden. Wij blijven nog even in de prachtige lagune. We moeten weer verder en de auto’s rijden de zeer steile helling op. Voor velen is deze weg uiterst saai en eentonig. Voor mij is het een avontuur van nieuwe dingen, vormen en verschijnselen ontdekken, ik geniet ervan. We halen buurman en buurman weer bij en gaan tanken. Het gaat gelukkig voorspoedig en tegen 16 uur, komen we bij hotel Barbas aan. We zijn nu vlak bij de grens met Mauritanië.  Daar gaat mijn lampje even uit. Ik ga naar bed en probeer te slapen. Om 20 uur nog een briefing en dan rust tot 7 uur morgenochtend.

Morgen de langst durende grensovergang. We gaan het zeker halen.

Dag 13

22 februari 2019

In Tafaya staan we op tijd op Jan en ik hebben uitstekend geslapen maar de jongens klagen dat hun bedden wel van beton leken te zijn. Nog even geld wisselen en pinnen, brood en water halen en dan beginnen aan de reis van 622 km naar Dakhla.

Het gaat allemaal voorspoedig. Soms even een plaspauze en van bestuurder wisselen en dan weer door. Ik geniet van het Sahara landschap. De kleuren, vormen en de steeds wisselende zand formaties, ik raak er nooit op uitgekeken. Een van de vragen is… hoe komt het dat er op de ene plek zomaar opeens een zandduin ontstaat terwijl het even daarnaast volledig zand vrij is.

Rond 14 uur rijd ik een mooi paadje in recht op het strand af. Met onze 4-wheel drive kan je gemakkelijk door het mulle zand. Maar Luisito met de Volvo, Symen met de Mercedes en Willem met de VW bus natuurlijk niet. Alle drie natuurlijk vast in het zand. Maar we hebben toch een lekkere lunch gehad, al was het wel in een striemende wind met zand erin. Ik zoek op het strand een paar mooie schelpen voor Charlène, mijn kleindochter.

Weer op pad komen we bij wegwerkzaamheden aan. Het hobbelt en stoot hoe langzaam je er ook overheen rijdt. Gelukkig wordt de weg na een tijdje weer beter en schieten we lekker op. Dan de landengte naar Dakhla op. Een fantastisch uitzicht dat Jan voor mij op beeld probeert vast te leggen. In Dakhla zal Jan vanavond een bespreking hebben over een samenwerking of zoiets. We gaan met die mensen eten. Nou dat valt allemaal zwaar tegen en in feite hebben we alleen maar tijd verknoeid. Ik loop ondertussen ergens diarree op en dat is natuurlijk onderweg niet gemakkelijk. We zullen het wel zien. Uiteindelijk is het bijna 2 uur voor we gaan slapen. Morgen naar bijna de grens met Mauritanië, gelukkig een minder lange rit dan vandaag.

Dag 12

21 februari 2019

Het slapen in een schapenhok met 11 mannen om mij heen bevalt niet zo heel goed. Ik ben blij als mijn wekker eindelijk afgaat om 7 uur.Niet bijster fit sta ik op en ga ik douchen. Om 7.30 uur roep ik zachtjes Jan om wakker te worden. DAT blijkt het signaal tot in beweging komen voor bijna iedereen. Om 8 uur precies gaan we ontbijten en om 9 uur zitten we in de auto’s.

De weg is weer schitterend.  We nemen een andere weg nu over Assa. De weg is nieuw en kronkelt zich door het gebergte van de Anti-Atlas heen. Dat is weer genieten. De vormen, kleuren en fantastische vergezichten werken hypnotiserend op ons beide.Ik voel me niet erg lekker en Jan heeft ook niet zijn beste dag vandaag. Dat kan vermoeidheid zijn maar ook kan het van de bergen komen. Het rijden vordert gelukkig goed. We wisselen van plek en gaan weer door. Bij Gajoun komt groep groen in zicht. We besluiten achter elkaar aan te rijden gezamenlijk te lunchen op een open plek bij een politiepost. Gezellig zo met 10 auto’s.

Daarna onafhankelijk van elkaar weer door. We zien de Atlantische oceaan liggen en slaan bij Tan-Tan af richting het zuiden. Na een paar uur overlegd Jan waar we naartoe zullen gaan. Naar Tafaya, Laayoune of nog verder door naar Boujdour. We rijden van de weg af de afgesloten oude weg op waar de weg eindigt bij  een zandduin midden over de weg. De Suzuki-gang kan het natuurlijk niet laten en rijdt triomfantelijk de duin op. En natuurlijk nog even door. Zij rijden zich vast als een huis dus moeten zij uitgegraven worden. Daarna gaan we richting Tafaya. Een plaatsje waar ik al eens eerder overnacht heb. Ik weet zelfs het hotel nog terug te vinden. We eten in het restaurant. Wij vinden het lekker, maar daar zijn de meningen over verdeeld. Om 22.30 uur houden we het voor gezien en gaan we naar de kamer. Het is een prachtige dag geweest.

Morgen een lange dag rijden. 622 km naar Dahkla volgens het routeboek.

Dag 11

20 februari 2019

Op pad gaan na en kamp van 3 dagen blijkt wat vertragend te werken. Gisteren was de auto al ingepakt maar er moet nog van alles bij.  Jan krijgt van iemand een kopje koffie en zet het even op het dak van de auto. Hij vergeet het kopje helaas. Pas bij de derde rotonde horen we het vallen. DAT was het kopje. We moeten er vreselijk om lachen.

Prachtige bergen en dalen wisselen elkaar af. De kleurschakeringen in groen en bruin zijn onbeschrijfelijk. We nemen een weg onderlangs de uitlopers van de Anti-Atlas waardoor we soms de voorlopers van de Sahara zien. Chris vind het maar een saai landschap maar ik juist niet. Als je oog voor details hebt kun je in de vormen van de bergen van alles zien. Ook de dieren die er dwalen vormen de afwisseling. Soms een grote kudde dromedarissen, dan weer een kudde geiten of schapen. Zelfs een kudde ezels die allemaal verschillend zijn vormen een bont geheel.

We lunchen in een restaurant. Hier maken we ook stapeltjes van de papieren die we telkens aan de politie moeten laten zien, zodat we voorbereid zijn.

We komen rond 18.30 uur aan in Icht. Een klein dorp waar de camping annex huisjes zijn. Als we het terrein oprijden zien we al heel veel campers. Ze hebben dus naam opgebouwd. In vorige jaren was het er stil. Jammer maar er is geen plaats voor ons.

Echt niet, dringt Jan aan, ook geen tent of zo? Nu ja er is een soort van tent, meer een schapenhok en daar mogen we wel slapen. Ik voel me net Maria en Jozef maar dan met 8 kinderen en 2 ooms. We nemen het natuurlijk wel en dus slaap ik vannacht met 11 mannen om mij te bewaken. Er kan dus niks anders misgaan dan dat ik wakker blijf van de vele manieren van snurk of als ik in slaap kan vallen de anderen wakker van mijn gesnurk natuurlijk.

Morgen verder naar de kust en het echte begin van de Sahara.

Dag 10

19 februari 2019

Het is rustdag in Zagora. Ik ben weer op tijd op en ga een poosje zitten typen aan aan de verslagen. Het is koud dus ga ik maar binnen zitten. Van een stapel kussens maak ik een tafeltje voor mijn bed en dan gaat het best.

We gaan een grote bbq organiseren. Toon en Johan willen naar de markt, maar eerst koppen tellen wie mee doet. Groep wit, met hun vrachtwagen van de mobiele tandarts, besluiten uiteindelijk toch vanmiddag al te vertrekken. We komen tot 36 deelnemers.Het boodschappen doen is een prachtige bezigheid. Rundvlees aanwijzen op een halve achterbout en dan wordt het eraf gesneden en gezaagd. De kippen kopen we aan een stuk en een groot pak kalkoen filet erbij. Olijven proeven we eerst voor we kunnen kiezen en alle groentes zoeken we uit. Kruiden per ons en nog wat kleinigheden.Nog even thee drinken bij de zilversmid en onderhandelen.

Dan nog een antenne draad halen bij de garage en terug naar de camping waar we beginnen met groente en vlees snijden. Louisito helpt met grote inzet. Hij is een kei in groente snijden en ook Willem en Rimmer werken fantastisch mee. Als voormalig slager is Toon verantwoordelijk voor het vlees. De bbq is een feest. Iedereen helpt mee en eet met smaak. De Marokkanen kijken hun ogen uit. We dragen ook allemaal een steentje bij voor de nieuwe versnellingsbak voor de Pajero die morgen vanuit Casablanca geleverd zal worden. Er wordt €685 bijeen gelegd. Fantastisch die teamgeest die hier bereikt wordt.

Morgen gaan we weer op pad. Naar Icht is de bedoeling. We gaan het zien.

Dag 9

18 februari 2019

Wakker worden in Zagora. Goed geslapen op het harde bed en vroeg wakker. Het water blijkt afgesloten te zijn dus een douche zit er even  niet in. Groep oranje onder leiding van Ingrid en Thomas, zijn aan het ontbijten. Ik doe met ze mee. Jan blijkt helemaal niet meer te slapen maar al buiten op het terrein te zijn. Dan moeten we naar de garage. Onze auto blijkt een gebroken stangetje te hebben bij de stabilisator,  waarvoor binnen no time een nieuwe voor wordt gefabriceerd. Ook de andere auto’s hebben kleine gebreken die gemaakt worden. De Volvo moet helemaal leeg gehaald en blijft bij de garage achter.

Jan en ik gaan op een terrasje lunchen en daarna gaan we een schoenmaker zoeken op de markt, die mijn tasje kan maken. Een mannetje pikt ons op, bekijkt het tasje en loopt met ons naar een schoenmaker. Een poosje wachten en klaar is kees. 15 Dirhans armer maar de koning te rijk. De wegwijzer heeft een souvenirs winkeltje waar hij juwelen verkoopt. We bekijken van alles en Jan en ik kopen wat stukken. Dat zal onderhandelen worden denk ik. En DAAR kan ik ijzersterk in zijn. We hebben nog de gebreide kleding van de dames uit De Rips en besluiten deze aan de kinderen van deze man en zijn compagnon te geven. We rijden achter de taxi aan naar zijn huis. Het is er armoedig. De kleine kinderen zijn erg verlegen maar passen de kleding en ze zijn er blij mee. Terug naar de camping waar ook de zandrijders aankomen. Een van de wagens, de Sannyong, heeft versnellingsbak problemen verder valt het allemaal mee gelukkig. Dat is werk voor morgen. Nu eten in de tent op de camping en dan naar bed. Morgen de laatste dag in Zagora.

Dag 8

17 februari 2019

Wat een nacht! Ik heb geslapen als een blok en sta om 7.00 uur op om lekker te douchen. Jan staat ook op tijd op en we gaan lekker ontbijten. De zandmannen beginnen zich op te maken voor hun avontuur door de zandduinen Het is al bijna 10 uur voor zij gaan. De banden moeten wat zachter gemaakt worden. In plaats van 3 bar of meer mag er nu maar ongeveer 1.6 bar inzitten. Hoe harder de banden des te meer weerstand krijg je van het rulle zand en dus blijf je eerder vastzitten. Iedereen komt hen uitwuiven en een geïnteresseerd Nederlands stel dat met een camper door Marokko reist zwaait vrolijk mee. Na het vertrek van de zandmannen gaat onze groep met maar vier auto’s op weg. Terug naar El Raisidia, onder de mooie poort door en dan naar het westen. Minder hoge bergen vormen de anti Atlas. Het is een stuwingsgebergte maar lijkt soms op stollingsbergen, dus gemaakt door vulkanen. Op een gegeven moment rent een man de weg op om keihard voor ons uit te rennen. Ik  zie dat hij een dromedaris die over wil steken tegen wil houden nu er verkeer aan komt. We lachen erom natuurlijk.

De sfeer is zoals iedere dag opperbest en we hebben er zin in. We komen bij de Dra rivier. De mooiste vallei van heel Marokko, volgends insiders. Ook hier weer de 3 lagen in teelt en grote irrigatie goten die voor de bevloeiing zorgen. Jan wil graag in een palmerij (palmboomgaard) lunchen. We gaan gezellig bij een van de irrigatie kanaaltje zitten eten. We praten wat, bekijken het snelstromende beekje en de grote trossen nog niet rijpe dadels. We hebben nog maar 40 km te rijden, het schiet al goed op. In Zagora aangekomen worden we al snel staande gehouden door de baas van de vaste garage waar Jan ieder jaar komt. Hij heet ons hartelijk welkom en vraagt of er nog grote probleemwagens zijn dit jaar. Alleen wat kleine dingen en een auto die nieuwe schokdempers nodig heeft. We rijden naar de camping. Voor Jan en mij is er een kamer net als voor Ingrit en Tom. De jongens hebben een veelpersoons kamer waar op banken langs de muur geslapen kan worden. Willem en Rimmer krijgen een kamer achteraan op het kamp. Wij hebben een heel leuke kamer want er staat een soort van huisje in waar het toilet is. Het lijkt wel prachtig maar het is niet echt praktisch. ’s Avonds gaan we in het hotel naast de camping eten. Het valt erg tegen en is echt veel te weinig helaas.

Morgen gaan alle auto’s even onder de loep genomen worden en daar zal het grootste deel van de dag wel aan op gaan. We zullen het gaan meemaken.

Dag 7

16 februari 2019

Na de koude nacht in Midelt gaan we om 8 uur ontbijten. Het ochtendgloren is een mengeling van kleurschakeringen die ik nog nooit gezien heb.  We drinken koffie maar brood is er nog niet. Na de koffie gaan we op pad. Eerst brood kopen en de reis kan beginnen. Merzouga is nog 286 km volgens de tomtom. In Midelt is de tomtom wel even de weg kwijt. Ik ga op gevoel naar link, het Zuiden, en we komen door de prachtige anti-Atlas. Ook een gebergte maar minder hoog en geen sneeuw meer op de bergen. Via Erfoud komen we in de Ziz vallei, een schitterende langgerekte oase waar men op 3 niveaus van alles teelt. Te beginnen met hoge dadelpalmen die genoeg schaduw werpen om laagstammige fruitbomen te kunnen kweken zoals perziken en kersen om dan op de grond nog groenten en hennep te kweken. Aan de rand van de rivier eten we ons brood. De rivier is hier heel ondiep en de jongens met de 4-wheel drive gaan erdoor en komen weer terug. DIT is avontuur. Zij willen graag een tijdje offroad rijden. Even ontspannen en spelen. Jan  wijst hen aan op de kaart hoe ze moeten rijden naar het dorpje aan de overkant. Na een tijdje reageren ze niet meer via het bakkie. We krijgen een appje, ze zitten vast in de rivier. Jan en ik gaan zoeken en de rest blijft wachten. Na een tijdje zoeken vinden we ze aan de overkant!? van de rivier. Ondertussen zijn de jongens bezig een tractor te regelen. Die trekt ze los uit de rivier en naar de weg toe. Eind goed al goed, het was een prachtig avontuur. We moeten nog een heel eind naar Merzouga. Bij El Rachidia gaan we dwars door de stad, onder een prachtige stadspoort door en door het centrum. Het is een echte handelsstad en er zijn veel mensen op de been. Dan krijgen we de dorre vlakte met grijze graffel. We moeten van de asfaltweg af om bij het hotel te komen. Maar het hotel, een Kashbah waar zelfs een zwembad is, is geweldig. Sommige jongens springen het zwembad in maar komen er net zo snel weer uit want het is ijskoud water. We nemen lachend wat foto’s van deze helden. Een deel van de jongens gaat in hun tent slapen terwijl een ander deel een kamer neemt. Het diner is verrukkelijk en overdadig. We praten nog een poosje na en kijken dan een tijdje naar een aantal muzikanten. Dan is het tijd om naar bed te gaan. Morgen gaan er 12 auto’s het zand in en wij gaan door naar Zagora waar de zandrijders overmorgen ook aan zullen komen. Maar eens kijken wat we onderweg zoal tegen gaan komen morgen.

Dag 6

15 februari 2019

We hebben het koud gehad vannacht in het Marokkaanse Atlas gebergte, maar toch redelijk geslapen. Om 8 uur gezamenlijk een verrukkelijk ontbijt. We genieten van een tafel volgeladen met overheerlijke dingentjes en verrukkelijke koffie en thee. Als klap op de vuurpijl komt Sinhaji nog met 3 doosjes boordevol koekjes brengen om mee te nemen. Het is geweldig. Als ik een kleine fooi geef komt ze terug dat ik verkeerd geteld heb. Ik zeg dat het voor de uitmuntende service is. Shukran, shukran (erg bedankt), zegt ze stralend. Wij vertrekken met een heel goed gevoel over Kasebah Sinhanji in Moulay Idriss Zerhoun.

We vertrekken richting Meknez. De Volvo moet blokken tussen de veren en de Suzuki moet een nieuw brandstoffilter. De weg is fantastisch en we genieten van het vergezicht.We gaan in Meknez op zoek naar onderdelen. Ik bel ondertussen met Ousman Camara, een Gambiaanse vriend die hier in Meknez studeert. We kletsen gezellig bij. De studie gaat goed, maar het is wel moeilijk  om rond te komen. Ook moet hij 4 km. lopen naar de campus omdat hij geen fiets heeft. Ik bedenk in mezelf al hoe we hem misschien een keer kunnen helpen. Om 14:00 uur begint in de moskee het vrijdagmiddag gebed, dus we nemen afscheid. Ondertussen is de Suzuki klaar. Tijdens het wachten komt een brommertje aanrijden die echt het bekijken waard is. Niks zit er meer op maar hij rijdt wel. Uiteindelijk is om 16:00 uur ook de Volvo klaar en kunnen we vertrekken naar Midelt. Ongeveer 300 km. dwars door het hooggebergte Atlas door. Net voor het donker zijn we in Midelt en we zoeken een hotelletje. We zoeken een restaurantje waar we ook een biertje of wijntje kunnen drinken. Dat moet wel apart gehaald worden en een biertje kost € 3,00. We eten duur vandaag, maar het is verrukkelijk. Terug op de kamer is het ijskoud. Het kacheltje van Jan werkt niet goed. Door de kou kan ik niet goed in slaap komen. Maar morgen zal het beter worden, dan gaan we naar Merzouga tegen de Algerijnse grens aan daar moet het toch echt warmer gaan worden.

Dag 5

14 februari 2019

De bungalow waarin wij verblijven is super. Dat de airco ook warme lucht kan blazen nog een schepje extra super. De wind van gisteren lijkt een heel klein beetje geluwd maar toch nog Westerstorm.

De briefings van gisteravond hebben zijn werk gedaan. We staan allemaal om uiterlijk 7.30 uur voor de poort. Toch is het al 7.50 uur voor de laatste de camping af rijd. We rijden na een klein uurtje wachten de pont op en vullen de visa briefjes in. Jan wordt afgewisdeld in de rij wachtenden om in de 63 paspoorten het stempel en het nummer te krijgen. Alles gaat vlot. We genieten van de hekgolven die deze uit de kluiten gewassen catamaran produceerd en leunen tegen de wind in.

Op het douane terrein aan de overkant blijken de regels weer veranderd en hoeven de chauffeurs niet meer met loopbriefjes de loketten af maar krijg jae het papiertje van doorvoer van de auto aan het loket bij de uitgang. De vrachtwagen van groep wit heeft de pech dat zij alles uit de wagen moeten halen en een soort borg moeten betalen voor ze door mogen. Het blijkt ook dat de tijd in Marokko gelijk getrokken is met Europa. Dus geen uur verschil meer in de winter. Deze keer rijden we langs de kust naar het zuiden om ter hoogte van Lachaze.

Ik probeer een leuk hotel te vinden en te boeken dat op de afstand van het donker worden ligt. Dat lukt weer maar we hebben geen flauw idee waar het precies is want domdommertje kan het niet vinden. En de link van de site werkt niet. De laatste 10 km die we rijden in de richting die Jan als aankomst punt heeft weten te markeren gaat over een steeds smaller wordend maar vooraf steeds meer kuilen en geulen EN met een helling van (schat ik) zo’n 24%. Maar het resultaat is prachtig.  Ons hotel blijkt in een dorpje te zijn in een oud deel. Honderd traptreden of meer in huis. Allemaal geplaveid met gladde mozaïek  tegeltjes. Echt fantastische gastvrije mensen die ons welkom heten.

Om te eten gaan we lopend het dorp in. Je kunt eten en drinken te kust en te keur vinden. Het is heerlijk. Dan terug naar Kasseba Sinhaji. Lekker gaan slapen,  Jan en ik in de kelder hahaha. Wat de dag morgen brengen zal? Ik zou het niet weten, we gaan het zien.

Dag 4

13 februari 2019

We hebben prima geslapen in het hostel in Mérida en omdat we pas om 8 uur gaan ontbijten in een restaurantje direct onder het flatgebouw waar wij sliepen maak ik Jan pas om 7.45 uur wakker.  Hij heeft geen wekker gezet en daar heeft hij groot gelijk in. Na het heerlijke ontbijt met een broodje met Serrano ham zo met het mes gesneden, gaan we op pad. Dat heeft wel wat voeten in de aarde want de auto’s staan verspreid over diverse straten. De zon schijnt en het lijkt zelfs warm te worden. Ik heb mijn trui verruild voor een t-shirt.

We rijden richting het zuiden en komen door het haven gebied van Sevilla. Een prachtige stad waar eens in de 20ste eeuw een wereldtentoonstelling was. Daar staat langs de snelweg een mooie toren en over het bakkie speculeren wij wat het zal zijn. Een watertoren? Een woontoren of misschien wel een kantoren flat. We houden het erop dat het wel een watertoren zal zijn.  Verder gaat het en het laatste stuk naar Tarifa over een mooie tweebaansweg waar je niet harder mag dan 90. Het uitzicht is schitterend en het rijden gaat snel.

We komen al om 13.45 uur aan. Jan en ik gaan de auto maar eens opruimen zodat we beter bij de gebruiksspullen kunnen komen. Symen gaat aan de slag om de dynamo weer werkend te krijgen. Jan wast de geknoeide sinas van de achterkant van de auto en ik ga zitten schrijven. Vanavond een briefing met de groepsleiders om hen te instrueren over de douane formaliteiten van morgen.

Het was weer een prachtige dag vandaag. De laatste in Europa morgen op naar Marokko. Dat gaat weer een avontuur worden.

Dag 3

12 februari 2019

Na heerlijk te hebben geslapen hebben we een perfect ontbijt. We hoeven vandaag pas om 9 uur te vertrekken om ongeveer 700 km te gaan rijden richting het zuiden naar Mérida. Het is een prachtige morgen, al krijgen we na ongeveer 40 km wel te maken met mist. We schieten lekker op. De Mercedes wordt, na een tol stop, aangehouden door de politie maar dat is alleen omdat zij natuurlijk hun lichten niet aan gedaan hebben.

Na een uurtje begint de zon te schijnen en rijden wij door een prachtig landschap richting het zuid westen. Het is hier wel erg kaal en droog maar soms staan er pijnbomen die net de eentonigheid in het landschap onderbreken. We lunchen met een broodje en drinken koffie bij een wegrestaurant en een half uurtje later wordt het weer tijd voor accuutje verwisselen. We mopperen natuurlijk dat dat ook wel tijdens de lunchpauze had gekund maar ach wat maakt het uit, we hebben vandaag niet veel haast.

Gelukkig zijn er geen mankementen te melden aan andere auto’s in onze groep en is de stemmig meer dan goed te noemen. Een plaspauze aan de kant van de weg en nog een keertje accuutje wisselen is eigenlijk wel leuk. We beginnen eraan te wennen. We slapen vannacht in hostel Anas in Mérida n het blijkt dat de groepen blauw en wit hetzelfde idee hebben gehad. Zij zitten wel op andere locaties in Mérida dus zullen we elkaar morgen onderweg wel tegenkomen.

Morgen gaan we naar de zuidkust waar alle groepen elkaar treffen in Tarifa om overmorgen op de pont te stappen naar Afrika. We gaan het meemaken.

Dag 2

11 februari 2019

Het was me een dag vandaag. Eerst heerlijk ontbeten bij de camping/herberg en op pad om 8 uur. We hebben een lange rit voor de boeg want we willen tot onder Biarritz in Spanje komen. Het weer is opgeklaard gelukkig. Soms nog een buitje maar dat mag geen naam hebben.

De Mercedes van Symen, Igor en Brum heeft een mankement, de dynamo heeft kuren en de accu loopt dus leeg. En dat terwijl we zo’n 1000 km of meer voor de boeg hebben. Om kort te gaan de Volvo en Mercedes gaan accuutje wisselen doen. Als de accu leeg is wordt de in de Volvo opgeladen accu overgezet en de lege opnieuw opgeladen in de Volvo. Kunstje gelukt dus weer verder.

Iedereen wordt natuurlijk moe en er wordt door deze en gene soms wat nors gereageerd over het bakkie. Logisch allemaal. Ik maak via booking.com een hotel reservering in Zarautz 60 km over de grens met Spanje en aangezien de tomtom zijn best doet komen we tot in de straat.De kamers zijn prima en we zijn moe dus snel gaan slapen. Morgen ongeveer 700 km verder maar dat laat ik morgen wel horen.

Dag 1

10 februari 2019

We vertrekken om 12.25 uur van het kerkplein in Bakel waarbij wij bezielend worden toegesproken door Amber Huizinga en Michiel van Veen, de burgervader van Gemert en Bakel.

Het regent net niet bij vertrek maar even onderweg gaat de schuif open en het weer is bagger tot aankomst in Thonnance-des-Moulins in Frankrijk ongeveer 500 km naar het zuiden.
Onderweg heeft een van de auto’s in een ander team al 2 klapbanden opgelopen en is er in weer een ander team een auto met wat gepiep in de wiellagers. Eén van onze wagens heeft wat vermogen verlies maar niks om over naar huis te schrijven.
Kortom een geslaagd vertrek en goede aankomst op onze eerste overnachtingsplaats.
Heerlijk gegeten en morgen weer vroeg op pad. Een zeer lange rit maar zeker de moeite waard.
Gambia …. here we come….